S2 E16: Waarom schrijven zo moeilijk is...
Liever lezen dan luisteren? Dat kan je hier!
Voor jou zetten we de belangrijkste aspecten op een rijtje, in deze blog.
Vandaag een vraag die niet enkel binnen het onderwijsveld een prangende vraag is.
Het is DE vraag die we ons allemaal wel eens stellen:
“Is het nu ZO moeilijk om leesbaar te schrijven?”
Denk maar aan: het doktersvoorschrift (al wordt dat nu vaak getypt), het winkelbriefje van je man, een telefoonnummer dat genoteerd werd door iemand anders, …
Iemand anders handschrift ontleden, is niet altijd evident.
Of je nu leerkracht, therapeut, ouder of begeleider bent van kleuters, lagereschoolkinderen of jongeren. Bij elke doelgroep hebben we ons dezelfde vraag ook wel eens gesteld.
Deze vraag mocht dus niet ontbreken in onze reeks van prangende onderwijsvragen.
Al bedachten we ons ook meteen ook dat we over dit topic ineens een apart seizoen zouden kunnen maken.
Schrijven is zo een complexe taak dat het uit zoveel verschillende invalshoeken bekeken kan worden.
Moeilijk in de zin van: zithouding, pengreep, bladligging,…
Moeilijk in de zin van: motorische vaardigheden.
Moeilijk in de zin van: leesbaar handschrift (het schrijfproduct).
Moeilijk in de zin van: de organisatie op het blad (bladspiegel).
Moeilijk in de zin van: het aanbrengen van de letters en het uitvoeren ervan.
Moeilijk in de zin van: expressie van emoties en gevoelens.
Moeilijk in de zin van: op talig vlak, spelling, zinsbouw,…
En dit, dit maakt ons meteen al duidelijk waarom schrijven zo moeilijk is!
We zouden de blog hier al kunnen afronden, maar er zijn natuurlijk een aantal specifieke aspecten die we hierover met jullie willen delen.
We nemen jullie graag mee naar het voorbereidend en aanvankelijk schrijven.
Het voorbereidend schrijven start al vrij jong. Eigenlijk vanaf het moment dat we kinderen een ‘lang’ voorwerp aanreiken om impressies op het papier te brengen, moeten we ons er bewust van zijn, dat we op dat moment de pengreep aan het inoefenen. Vaak zijn kinderen er op die leeftijd nog niet aan toe om met een lang voorwerp te schrijven en automatiseren ze op dat moment al een ‘foute’ pengreep. En je weet het of je weet het misschien nog niet, maar iets fout ‘afleren’ is veel moeilijker dan iets nieuws aanleren.
Wanneer jonge kinderen dus nog niet in staat zijn om zulk ‘lang’ voorwerp te hanteren met een goede pengreep, is het belangrijk dat we materialen gaan aanbieden die ze wel kunnen hanteren zonder dat we een vuistgreep zien. Door bijvoorbeeld kleinere wasco’s of krijtjes aan te reiken.
Maar ook hier, over de pengreep op zich, kunnen we een hele aflevering maken. Wat we jullie wel zeker willen meegeven bij het voorbereidend schrijven, is dat het schrijfgerief dat we aanbieden, zo dicht mogelijk bij de ontwikkeling van het kind, dient aan te leunen.
We kunnen niet over voorbereidend schrijven praten, zonder stil te staan bij de reflexen.
Voor de pengreep is het van belang, dat de palmaire reflex geïntegreerd is, op die manier kunnen we verfijnd en intentioneel gaan bewegen met onze vingers.
Niet enkel het palmaire reflex bemoeilijkt het schrijfproces. Tijdens de themadag ‘Eerst bewegen dan leren’ hebben we het over de STNR en andere primaire reflexen die een zithouding kunnen bemoeilijken wanneer deze nog actief zijn in ons lichaam.
‘Hoe zit dat dan’ precies, de STNR die het schrijven bemoeilijkt?
Het beeld bij een STNR is eigenlijk een kindje dat zo net wil beginnen te kruipen. Die zitten met hun poep op hun onderbenen, romp recht, wiebelen zo wat… precies al zitten ze in de startblokken om elk moment te kunnen vertrekken met kruipen.
Maak maar even mee het veel in jouw hoofd: zittend op de grond op de knieën, poep op de voeten, romp recht. Dan heb je ineens ook het beeld wat het reflex doet: wanneer de benen zich gaan buigen, wordt de romp opgericht.
Een ideale zithouding bij het schrijven is dat we los van de tafel zitten, dus romp recht – opgericht, maar we verwachten eigenlijk ook dat onze voeten mooi naast elkaar op de grond staan.
Dat is dus net het tegenovergestelde wat deze reflex doet. Wanneer De STNR nog aanwezig is, maakt hij het de kinderen heel erg moeilijk, om op de juiste manier te zitten.
Kinderen waarbij deze reflex nog aanwezig is, zetten bijvoorbeeld hun voeten naar achter, fixeren deze rond de stoelpoten, om er zo voor te zorgen dat ze hun romp oprichten. Een ander beeld kan zijn dat ze echt letterlijk in de houding op de stoel zitten. Dus echt met hun voeten onder hun poep op de stoel. Zo’n houding waarbij wij denken “Dat kan nu toch niet goed zitten?” Wel dus. Want via deze houding, gaan kinderen compenseren en zorgen ze ervoor dat ze toch in de mogelijkheid komen om de STNR onder controle te krijgen, en zich op te richten.
De palmaire reflex, was dan weer de reflex die ervoor zorgt dat we onze pen nog niet goed kunnen vastnemen, om ermee te kunnen schrijven.
Dit zijn twee voorbeelden van primaire reflexen, die we moeten doormaken en integreren om tot leren te kunnen komen. Maar dus ook, om tot schrijven te kunnen komen.
In het schoolprogramma ‘Eerst bewegen, dan leren’, komen ze allemaal aan bod. Daar gaan we al deze reflexen doormaken en dus integreren, via oefeningen. En het goede nieuws is, het schoolprogramma mag opgestart worden voor kinderen vanaf 4 jaar.
Waarom is dit goed nieuws?
Wel, het is namelijk zo dat wanneer ze eenmaal de reflex hebben doorgemaakt, het onder ‘normale’ omstandigheden, ook niet meer terugkomt. Dus, als alle kleuters deze standaard hebben doorlopen in de kleuterschool, hebben we een mooie voorbereiding om op voort te bouwen in het eerste leerjaar.
Want eigenlijk, zou het ‘zitten’ op zich geen aandacht mogen vragen. Dit is energie of capaciteit, die we dan al aan het gebruiken zijn en die niet meer gebruikt kan worden voor het schrijven zelf.
We hebben uiteraard ook energie nodig, om aandachtig te kunnen schrijven. Want zonder aandacht kan er niet geleerd worden, dat is iets wat de executieve functies ons al geleerd hebben. Aandacht is de basisvoorwaarde.
Ook heel wat andere executieve functies, die nog volop in ontwikkeling zijn, hebben we nodig om te kunnen schrijven.
We hebben ons werkgeheugen nodig, om te onthouden hoe we de letters moeten vormen, aan elkaar moeten plakken en tot woorden kunnen komen. We hebben het werkgeheugen ook nodig om de info vast te houden die klassikaal verteld wordt, om deze daarna ook op te schrijven,… Kortom, voor elk klein aspect van schrijven, is ons werkgeheugen cruciaal.
Daarnaast hebben we ook de cognitieve flexibiliteit nodig om binnen de vorming van één letter van richting te veranderen. Denk maar eens aan de letter ‘k’, de moeilijkste letter uit het hele alfabet, om te leren schrijven. Bij het schrijven van deze letter, gebeuren er heel wat verschillende en zelfs tegenovergestelde bewegingen. Daarvoor is het nodig om flexibel te zijn en op het juiste moment een andere aansturing te geven aan jouw hand. In veel scholen is dit nochtans het tweede letter die ze leren, om samen ‘ik’ te kunnen vormen.
Ook impulscontrole is een belangrijke deelvaardigheid, wanneer we het over ‘leren schrijven’ hebben. Om tussen de lijntjes te schrijven, om op het juiste punt te stoppen, om te draaien van richting, … hebben we allemaal impulscontrole nodig.
Dat is ook waarom het zo’n groot aspect inneemt, het stoppen en wachten, binnen Schrijfdans. In de verschillende liedjes van Schrijfdans, zitten er pauzes en wachtmomenten in. Leerkrachten hebben soms de neiging om deze pauzes in te vullen, maar het is dus echt de bedoeling om dit gewoon ‘te oefenen’. Zo leren we kleuters al op jonge leeftijd om te wachten. Want dat we de vaardigheden moeten oefenen, voor ze kunnen ontwikkelen, leerden we al toen we het in een andere podcast over het ‘doornroosje-effect’ hadden.
In de workshop over de ontwikkelingslijn van Schrijfdans, hebben we het naast het stoppen en wachten, vooral over de ontwikkeling van de basisbewegingen die nodig zijn om te schrijven? Omdat we er heel bewust van zijn dat schrijven een moeilijke vaardigheid is, hebben we het schrijven gereduceerd naar 5 basisbewegingen, natuurlijk met een ontwikkeling in iedere lijn van die basisbewegingen.
De vijf basisbewegingen zijn: de ronden en de achten, de arcades en de guirlandes, de rechten, de golven én de doorgaande verbonden lijn.
Wanneer je die ontwikkelingslijn beet hebt en er kennis over hebt, kan je heel snel differentiëren naar boven en naar beneden én ingrijpen wanneer je ziet dat bepaalde letters een probleem vormen voor een leesbaar handschrift.
We merken dan ook dat steeds meer scholen deze ontwikkelingslijn voor heel het team aanbieden, ook al wordt er (nog) niet met Schrijfdans gewerkt. Het is kennis, het zijn tips en tricks, die eigenlijk iedereen zou moeten weten die schrijfonderwijs geeft.
Daarom hebben we speciaal voor jullie, de 5 basisbewegingen in een download toegevoegd.
Als afsluiter van deze blog, vatten we graag ons antwoord nog even samen:
“Waarom is schrijven zo moeilijk?”
Wel, er zijn héél véél factoren die meespelen tijdens het schrijven: de pengreep, de reflexen, de fijne & grote motoriek, de ruimtelijke oriëntatie,… Deze moeten allemaal goed ontwikkeld zijn, voordat het schrijven vlot kan verlopen.
Daarnaast is er ook een automatisatie nodig en dat vraagt veel oefening. Hiervoor moeten we dus tijd maken.
Tenslotte, wanneer het schrijven zelfs nog onvoldoende geautomatiseerd is, wordt het heel complex om ze te combineren met een andere taak (denk aan dictee bv).
De download bij deze podcast krijg je toegestuurd nadat je je gegevens hebt ingevuld bovenaan deze pagina.
Veel plezier ermee!
Tot de volgende keer met een nieuwe prangende vraag!
PS Blijf jij al op de hoogte van onze laatste nieuwtjes via Facebook en Instagram?