S2 E14: Waarom een opdracht lezen zo moeilijk is...
Liever lezen dan luisteren? Dat kan je hier!
Voor jou zetten we de belangrijkste aspecten op een rijtje, in deze blog.
In deze blog buigen we ons over de vraag, waarom een opdracht lezen, zo moeilijk is.
Goed een opdracht kunnen lezen, is een vaardigheid die we niet alleen op school nodig hebben, maar waar we ons hele leven lang beroep op blijven doen. Denk maar aan het invullen van de belastingsbrief, het doorgeven van de waterstand, …
Het lezen van een opdracht, begint al vroeger dan je denkt. Vanaf we starten op school, dus in België al wanneer dat kinderen de leeftijd van twee en een half hebben bereikt, worden de eerste stapjes gezet in het lezen van een opdracht. En eigenlijk waarschijnlijk nog vroeger, in de crèche of bij de onthaalmoeder.
Bijvoorbeeld wanneer kinderen een wit blad krijgen, met daarop de omtrek van een figuur, weten kinderen dat het de bedoeling is dat ze die inkleuren. Misschien niet van de eerste keer, maar al vrij snel geven wij hen de instructie dat het dan bedoeling is om deze in te kleuren. Liefst nog binnen de lijntjes 😉
Een opdracht lezen, is ook kijken waar jij jouw boekentas mag zetten. Vanaf de kleuterklas of zelfs als in de crèche, wordt er via picto’s of een afgeplakte zone, aangegeven waar jij je boekentas mag zetten. Of er wordt een lijn geschilderd op de grond op speelplaats, zodat jij weet waar jij in de rij mag gaan staan. Ook dat zijn instructies, die ze moeten lezen, alvorens ze een opdracht tot een goed einde kunnen brengen.
Ken je de vakantieboekjes of blaadjes die bestaan voor kleuters? Daarin zie je vaak dat er verschillende picto’s worden gebruikt, om aan te geven wat de opdracht is. Een kleurpotlood om in te kleuren, een lijn wanneer ze moeten verbinden,…
Het gebruik van picto’s is vaak een eerste instructievorm of manier waarop we kinderen een opdracht laten lezen, om daarna zelf te kunnen uitvoeren.
In een kleuterklas is vaak zo, dat we ons graag laten inspireren door werkblaadjes uit verschillende methodes of bronnen, waardoor er geen of juist vaak verschillende picto’s door elkaar worden gebruikt. We vinden het absoluut geen probleem, dat je verschillende soorten werkblaadjes en inspiratie gebruikt, maar we mogen ons bewust zijn van welk gedrag wij hen op deze manier leren. Kinderen die deze werkblaadjes gaan maken, kijken naar de vorm, om te weten wat er van hen verwacht wordt. Ze gaan zich baseren op wat ze al weten, waardoor een opdracht lezen overbodig wordt. Eigenlijk leren we hen dus, om op deze manier te handelen en geen instructie te lezen.
De voorspelbaarheid zit in de vorm die we geven. Wanneer we die gaan wegnemen, leren we hen om (opnieuw) de opdracht te lezen. Neem nu bijvoorbeeld opnieuw de lege kleurplaat. In plaats van deze, zoals we meestal doen te laten inkleuren, nemen we de voorspelbaarheid weg en plaatsen we de picto van het oor in plaats van een picto van een kleurpotlood. We willen nu dat de kleuters gaan luisteren naar onze instructie en pas daarna gaan kleuren. Dus pas wanneer jij zegt, kleur de grootste bloem rood, mogen ze ook effectief gaan kleuren. Let op dat je niet gaat oordelen of ze hun kleuren kennen of weten wat groot of klein is,, maar kijk echt of ze luisteren naar jouw instructies en pas daarna actie ondernemen.
Voorspelbaarheid bieden is uiteraard belangrijk, maar we gaan die bieden door het gebruik van steeds dezelfde picto’s. Ongeacht welk materiaal of werkblaadje je ook aanbiedt, je maakt steeds gebruikt van dezelfde picto’s. Je kan ze telkens op het werkblaadje kleven, maar je mag het jezelf ook gemakkelijker maken en de picto op de werktafel leggen en naar verwijzen wanneer je de oefening uitlegt tijdens het kringmoment bijvoorbeeld. Zorg ervoor dat de picto in het zich blijft, wanneer ze de oefening maken.
Dezelfde picto’s gebruiken in de kleuterschool en die ook doortrekken naar de lagere school, zou een enorme meerwaarde zijn. Vaak wordt er heel veel aangeleerd in de kleuterschool en starten we in de lagere school opnieuw of met een heel ander systeem en dat is ontzettend jammer.
Daarnaast is onze manier van lesgeven vaak nog heel talig. En net dat talige luik, is het onderdeel dat als laatste helemaal ontwikkeld. Het is dus belangrijk om het beeld bij onze instructie niet te snel weg te nemen. Bij de start van de lagere school een dubbele instructie aanbieden, is heel verrijkend en ondersteunend.(Met het aanbieden van een dubbele instructie bedoelen we dus: je schrijft dus zowel de instructie uit met woorden en ondersteunt deze met een picto.)
Doen we het zelf veel beter dan de kinderen in onze klas? Als we voor onszelf als voorbeeld nemen, zijn we bang van niet 😉
Denk maar eens aan de handleiding van iets nieuws…
Ga jij deze helemaal lezen, of begin je eraan zonder te lezen?
Eerlijk is eerlijk. Door onszelf deze vraag te stellen, ontdekten we dat we liever niet gaan zoeken en lezen. Wanneer een bepaalde product al kennen en al eerder hebben gebruikt, gaan we er vanuit dat we al voldoende voorkennis of een patroon hebben, om de opdracht tot een goed einde te brengen. Bijvoorbeeld wanneer we een nieuwer model van GSM kopen. Maar wanneer het echt een volledig nieuw product is, en al helemaal als er ook een stevig prijskaartje aan hangt, zijn we vaak toch iets voorzichtiger.
We gaan niet meer ontdekken via trial and error, maar willen wat extra zekerheid. We gaan opzoek naar een ‘quickstart’, gaan toch een stukje lezen of gaan opzoek naar een instructiefilmpje online. Een handleiding bevat vaak zoveel (overbodige) informatie en die helemaal doorploeteren kost veel tijd en moeite. En vaak voelen we ons achteraf niet echt veel wijzer. Dat is ook de reden waarom we bij ons eigen materiaal, een quick start voorzien en met picto’s werken. Lekker handig! Deze bevindingen mogen we ook meenemen naar onze klassituatie.
Daarnaast is ook goed om in ons achterhoofd te houden, dat taal interpreteerbaar is en iedereen zijn eigen voorkennis gebruikt om die in te vullen. Rekening houden met de leefwereld van de kinderen die vandaag in onze klas zitten, is dus slim. Op dit moment nemen ze veel minder tijd om te lezen en gaat alles veel vluchtiger via filmpjes op tiktok of youtube, …
Naast de vluchtigheid en de constante vernieuwingen in de huidige maatschappij, zijn er ook gewoon een aantal voorwaarden nodig om een opdracht goed te kunnen lezen. En die voorwaarden hebben te maken met hun ontwikkeling.
Als eerste hebben we het graag even over de executieve functies. Als eerste en dat is dan ook meteen de basisvoorwaarde voor al de rest, moeten ze hun aandacht kunnen richten. Zonder aandacht, kan je niet lezen. Daarnaast is het ook belangrijk dat de deelvaardigheden impulscontrole en werkgeheugen goed ontwikkeld zijn. Je hebt het werkgeheugen nodig om de verschillende letters te onthouden en samen te voegen, om zo daadwerkelijk te lezen wat er staat. Impulscontrole heb je dan weer nodig, om je niet door alles af te laten, zowel door prikkels van buitenaf als die van binnenuit.
Uiteraard spelen bij het lezen, ook de reflexen weer een belangrijke rol. We zouden ze één voor één kunnen overlopen, maar daar hebben we eigenlijk niet veel aan. We duiken bij deze prangende vraag, even dieper in de STNR, een primaire reflex die na ons eerste levensjaar geïntegreerd zou moeten zijn. Bij heel veel kinderen (en zelfs bij volwassenen) merken we dat dit niet het geval is en zit deze dus in de weg. Daardoor heeft hij ook impact op het leesproces.
We nemen je graag even mee in de werking van deze reflex, dan begrijp je zo waarom deze zoveel invloed kan hebben. Wanneer we in de klas zitten, krijgen we vaak een instructie via het bord, dus op het verticale vlak. Bij deze reflex wordt de nek dan gestrekt en gaat het hoofd naar boven. Wanneer we dan een opdracht moeten gaan lezen en uitvoeren op ons eigen bank, dus op het horizontale vlak, is er een hele andere houding nodig. Wanneer we het hoofd gaan buigen, dan buigen ook de armen en strekken de benen. Wanneer we dus gaan wisselen van vlak, wordt de reflex opgeroepen. Kinderen proberen deze (onbewust!) te onderdrukken of compenseren door de voeten onder de poep te gaan doen. Maar wanneer je wil gaan lezen en deze reflex zit nog in de weg, moet je telkens opnieuw gaan zoeken waar je was op je blad en dit is naast heel vervelend ook ontzettend uitdagend om dan goed te lezen.
Ook het lateralisatieproces heeft impact om de vaardigheid van het lezen. Wanneer kinderen hun middellijn niet overkruisen, ga je merken dat hun ogen op een bepaald punt (ongeveer in het midden ;-)) gaan verspringen. We lezen van links naar rechts en dus gaan we merken dat deze kinderen in het midden van het blad een aantal woorden gaan missen. Je hebt dan twee soorten kinderen: zij die gaan gissen en zij die opnieuw gaan lezen. Beide groepen van kinderen gaan dus fouten maken bij het lezen. Je kan via een eenvoudige oefening gaan checken of kinderen hun middellijn kunnen overkruisen, nl door de kruisloop van braingym. Hoe je dat doet? Wel je gaat voor aan de klas staan en laat alle leerlingen rechtstaan. Dan tik je met je linkerhand jouw rechterknie aan en daarna met je rechterhand je linkerknie. Je vraag je kinderen om mee te doen en benoemt ook wat je doet. Kinderen die hun middellijn niet overkruisen, tikken gewoon hun knie aan, aan dezelfde zijde. Terwijl ze vaak zelf het gevoel hebben, dat ze precies doen wat jij doet. Dus wanneer je handen niet overkruisen, weet je ook dat je ogen dit ook nog niet zullen doen.
Wanneer wij het over lezen hebben, vinden wij het ook belangrijk om even stil te staan bij de optometristen. Bij vele scholen en ouders zijn deze nog vrij onbekend. Wat doet een optometrist. Wel hij of zij is gespecialiseerd in het nakijken en bijsturen van de samenwerking van onze ogen. Om goed te kunnen lezen, moeten onze ogen niet alleen goed werken, ze moeten ook goed SAMENwerken. Optometristen kijken ook echt naar het kind in zijn geheel. Wanneer een optometrist ontdekt dat de ogen niet goed samenwerken, gaat hij/zij oefeningen geven om de ogen te gaan trainen.
Nu we het over de ogen hebben, voegen we er ook nog graag een extra weetje aan toe. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt, dat heel veel kinderen bijziend zijn. Dit komt omdat de ogen veel te weinig worden getraind op ‘veraf’. Buitenspelen, klimmen en klauteren, biedt onze ogen veel oefenkansen. Teveel tv kijken, op de tablet of GSM, trainen onze ogen dus niet op ‘ver kijken’. Het is dus belangrijk om hier een goede balans in te vinden.
Pas wanneer we weten dat al deze basisvoorwaarden er zijn, kan er dus goed gelezen worden en geoefend worden in het lezen. Voldoende tijd investeren in deze basisvoorwaarden, levert wel degelijk iets op!
De download bij deze podcast krijg je toegestuurd nadat je je gegevens hebt ingevuld op www.teachmore.be/podcast14
Veel plezier ermee!
Tot de volgende keer met een nieuwe prangende vraag!
PS Blijf jij al op de hoogte van onze laatste nieuwtjes via Facebook en Instagram?